Kwaliteitseisen overheid
De zorg moet effectief, veilig en op tijd zijn. Dat is het uitgangspunt van de overheid. Ook vindt de overheid het belangrijk dat patiënten en cliënten de kwaliteit van zorginstellingen kunnen vergelijken. Hierdoor kunnen zij de zorg kiezen die bij hen past. Nederland kent 2 wetten die de kwaliteit van de zorg waarborgen: de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG).
Inzicht in kwaliteit van zorg
Iedereen die van de zorg gebruikmaakt, moet de prestaties van instellingen en ervaringen van andere zorggebruikers (de kwaliteit) kunnen vergelijken. Zo kunnen mensen de zorg kiezen die bij hen past.
Kwaliteit zorg vergelijken
Inzicht in onder meer de prestaties, prijzen en wachttijden maakt de kwaliteit van zorginstellingen zichtbaar. Daardoor kunnen mensen zelf nagaan welk ziekenhuis bijvoorbeeld goed scoort bij de behandeling van borstkanker of bij welk verpleeghuis je het snelst terecht kunt.
- Op
KiesBeter.nl zijn ervaringen van cliënten en informatie over de kwaliteit van de zorg bij verschillende instellingen gebundeld. De website wordt gemaakt door het RIVM, in opdracht van het ministerie van VWS.
- Het programma Zichtbare Zorg van het ministerie van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg helpt zorgaanbieders
de kwaliteit die zij leveren inzichtelijk te maken. Zorgaanbieders, verzekeraars, cliëntenorganisaties en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ontwikkelen gezamenlijk de kwaliteitsindicatoren. De uitkomsten zijn te vinden op
KiesBeter.nl. Zichtbare Zorg houdt per 1 januari 2013 op te bestaan en gaat over in het Kwaliteitsinstituut voor de zorg.
- Informatie over de zorg is ook te vinden bij cliëntenorganisaties. Deze organisaties zetten zich in voor belangenbehartiging, voorlichting en lotgenotencontact.
Meetbare kwaliteit in de zorg
Zorginstellingen zijn verplicht om de kwaliteit van de zorg vast te stellen met meetbare criteria (kwaliteitsindicatoren). Voorbeelden zijn de wachttijd voor een behandeling of het percentage verpleeghuisbewoners met doorligplekken, maar ook informatie over de behandeling van een aandoening als darmkanker. Deze indicatoren zijn nodig om prestaties objectief te kunnen beoordelen.
De volgende sectoren werken al met kwaliteitsindicatoren:
- geestelijke gezondheidszorg;
- verpleging;
- verzorging;
- thuiszorg;
- ziekenhuizen.
CQ-index meet ervaringen van patiënten en cliënten
Naast objectieve kwaliteitsindicatoren is het belangrijk de ervaringen van patiënten en cliënten zelf te meten. Deze ervaringen moeten ook zichtbaar zijn. Het Centrum Klantervaring Zorg coördineert dit via de CQ-index (Consumer Quality index). Op
kiesBeter.nl zijn kwaliteitskaarten te vinden die aangeven hoe mensen de zorg in een instelling ervaren.
Kwaliteitsinstituut voor de zorg
Per 1 januari 2013 gaat het Kwaliteitsinstituut voor de zorg van start. Het Kwaliteitsinstituut stimuleert beroepsgroepen in de zorg om kwaliteitseisen te ontwikkelen. Deze eisen moeten ervoor zorgen dat
- de kwaliteit van de zorg omhoog gaat;
- de zorg transparant wordt, door bijvoorbeeld te laten zien wie verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geleverde zorg.
Pas als zorgaanbieders geen eigen normen en eisen ontwikkelen, komt het Kwaliteitsinstituut in actie en neemt zelf het initiatief om deze te (laten) opstellen.
Zorgaanbieders zijn wettelijk verplicht informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg toegankelijk te maken voor cliënten zodat de cliënt de kwaliteit van de verschillende zorgaanbieders kan vergelijken. Het Kwaliteitsinstituut gaat hiervoor de gegevens beheren en neemt de taken van het programma Zichtbare Zorg over.
Het Kwaliteitsinstituut is ondergebracht bij het Zorginstituut Nederland. Zorginstituut Nederland is vanaf 2013 de nieuwe naam van het College voor zorgverzekeringen (CVZ).
De Regieraad Kwaliteit van zorg gaat op in het Kwaliteitsinstituut.
Veiligheid in de zorg
Patiënten en cliënten moeten ervan uit kunnen gaan dat de zorg veilig is. Het kabinet stimuleert zorginstelllingen om aan veiligheid te werken. In de hele gezondheidszorg worden veiligheidsprogramma’s in gang gezet om het aantal vermijdbare fouten terug te dringen.
Veiligheid in ziekenhuizen
In de ziekenhuizen richten initiatieven zich onder meer op:
- vermindering van het aantal ziekenhuisopnamen door medicatiefouten;
- vermindering van het aantal vermijdbare incidenten (inclusief vermijdbare sterfte).
NVZ Vereniging van ziekenhuizen zet zich, samen met een aantal partners, door middel van een veiligheidsprogramma in om de vermijdbare schade te halveren in de periode 2008 tot december 2012. Dit gebeurt bijvoorbeeld via een veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Dit is een systeem waarmee instellingen continu risico's signaleren, verbeteringen doorvoeren en beleid vastleggen, evalueren en aanpassen. Daarnaast leggen experts de minimumvoorwaarden voor verantwoorde zorg vast in veiligheidsnormen.
Veiligheid in de eerstelijnszorg
In de eerstelijnszorg wordt hard gewerkt om de patiëntveiligheid te verbeteren. Voorbeelden zijn veiligheidsnormen per beroepsgroep, de ontwikkeling van richtlijnen en protocollen, een meldsysteem, maar ook scholing waarbinnen het leren van fouten een onderdeel moet zijn. De brochure 'Vanzelfsprekende veiligheid' biedt de zorgverleners in de eerste lijn een actueel overzicht van onderzoek en activiteiten op dit gebied.
Veiligheid in langdurige zorg
De initiatieven in de langdurige zorg richten zich onder andere op:
- veiligheidssystemen in de verpleging, verzorging, thuiszorg en gehandicaptenzorg invoeren;
- het aantal medicatiefouten terugdringen;
- vrijheidsbeperkende maatregelen verminderen;
- veiligheidsmanagementsystemen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) invoeren.
Een voorbeeld is Veilige zorg, ieders zorg. In dit programma wordt gewerkt aan de invoering van een
veiligheidsmanagementsysteem (VMS) in de langdurige ggz.
In de langdurige zorg lopen de verbeteringen via het project Zorg voor Beter. In dit project werken zorgverleners samen aan een kwalitatief betere, efficiënte en duurzame zorg met tevreden cliënten.
Toezicht op veiligheid
Het bestuur van een ziekenhuis of verzorgingshuis is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg in zijn organisatie. De besturen kunnen zelf bepalen waar ze accenten leggen. De raad van toezicht ziet erop toe dat het bestuur zijn werk goed doet. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt toezicht op de veiligheid in zorginstellingen.
Toezicht in de zorg
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houden toezicht op de kwaliteit van de zorg. Het kabinet wil dat de IGZ sneller reageert op misstanden.
Naast de IGZ en NZa controleert de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) zorgondernemingen op grond van de Mededingingswet.
Inspectie voor de Gezondheidszorg
De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt toezicht op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg en bewaakt de rechten van patiënten en cliënten. De inspectie kan bestuurlijke boetes en dwangsommen opleggen aan instellingen, zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie. Ook heeft de inspectie bevoegdheid om zonder toestemming van patiënten medische dossiers in te zien, als dat voor haar taak nodig is.
Kaders IGZ voor inspectie zorg
Op het gebied van goed bestuur in de zorg heeft de IGZ in april 2011 een Toezichtkader Bestuurlijke Verantwoordelijkheid voor Kwaliteit en Veiligheid vastgesteld. Hierin legt de IGZ uit hoe zij het toezicht op goed bestuur zal uitvoeren.
Meer toezicht vanaf 2012
Vanaf 2012 zal de inspectie meer toezicht houden op de zorg voor kwetsbare groepen, met de nadruk op de zorg voor ouderen. De IGZ voert meer inspecties uit op de werkvloer, zowel onaangekondigd als aangekondigd. Zij maakt daarbij gebruik van onderzoekers die zich voordoen als cliënt of patiënt ('mystery guests'). IGZ ontvangt daarvoor vanaf 2012 jaarlijks € 10 miljoen euro extra.
Deze en andere prioriteiten zijn vastgelegd in het Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 ‘Voor gerechtvaardigd vertrouwen in verantwoorde zorg'. In het IGZ werkplan 2012 staat hoe IGZ de gestelde doelen in het Meerjarenbeleidsplan wil bereiken.
Nederlandse Zorgautoriteit
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt toezicht op het gedrag van zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Dit doet zij op basis van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). De Wmg moet meer concurrentie en marktwerking in de zorg brengen. Tegelijkertijd stelt de Wmg regels om de ontwikkeling van kosten in de zorg in toom te houden.
De NZa ziet erop toe dat de zorgmarkten goed werken. Door de invoering van marktwerking worden tarieven steeds meer losgelaten en hebben zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer vrijheid om hun eigen beleid te maken. Een deel van de zorg is echter nog steeds gereguleerd. De NZa stelt voor deze zorg regels, budgetten en tarieven vast. Ook ziet zij erop toe dat zorginstellingen en verzekeraars aan de wet voldoen en verantwoording afleggen.
Registratie medische beroepen (Wet BIG)
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) beschermt patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door zorgverleners. Zorgverleners zijn verplicht zich te registreren in het BIG-register. Zo wordt de kwaliteit van de gezondheidszorg bewaakt en heeft de cliënt duidelijkheid over de bevoegdheden van een zorgverlener.
8 beroepen in BIG-register
Alleen zorgverleners die in het BIG-register staan mogen een beschermde medische titel voeren. 8 beroepsgroepen kunnen zich inschrijven. Dat zijn:
- artsen;
- tandartsen;
- apothekers;
- gezondheidszorgpsychologen;
- psychotherapeuten;
- fysiotherapeuten;
- verloskundigen;
- verpleegkundigen.
Iedereen kan in het BIG-register opzoeken of zijn medische hulpverlener erin voorkomt.
Alternatief werkende zorgverleners staan niet in het BIG-register. Zij regelen hun kwaliteit via een eigen vereniging. Patiënten kunnen zelf kiezen of ze een reguliere of alternatieve behandeling willen.
Voorbehouden medische handelingen
Alleen zorgverleners met een beschermde medische titel mogen beslissen of een medische handeling met een groot risico voor de patiënt nodig is. Deze handelingen worden ‘voorbehouden handelingen’ genoemd. Voorbeelden zijn: een patiënt onder narcose brengen of medicijnen voorschrijven.
Artsen mogen alle voorbehouden handelingen uitvoeren. Tandartsen en verloskundigen mogen de voorbehouden handelingen uitvoeren die bij hun beroep horen.
Ook verpleegkundig specialisten en 'physician assistants' mogen bepaalde taken zelfstandig uitvoeren. Denk aan injecties geven en geneesmiddelen voorschrijven.
Herregistratie BIG-register verplicht
Verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten moeten zich elke 5 jaar opnieuw registreren in het BIG-register. Sinds 1 januari 2012 geldt dit ook voor artsen, tandartsen, apothekers, gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten.
Met de herregistratie tonen zij aan dat hun kennis en vaardigheden voldoende zijn. Patiënten worden zo beschermd tegen fouten in de behandeling van zorgverleners.
Criteria herregistratie
Voor de herregistratie in het BIG-register gelden 2 criteria: werkervaring of scholing.
- De werkervaringseis schrijft voor dat iemand tijdens de registratieperiode van 5 jaar minimaal 2080 uur werkt binnen het beroep waarvoor hij staat ingeschreven.
- De scholingseis geldt voor degenen die niet werken of de urennorm niet halen. Zij kunnen een scholingstraject volgen om de inschrijving te verlengen.
Op de website van het BIG-register staat hoe zorgverleners zich kunnen voorbereiden op de herregistratie.
Herregistratie medisch specialisten
Medisch specialisten hebben een eigen wettelijk erkend specialistenregister waar een systeem geldt van herregistratie. Als zij staan ingeschreven in hun eigen register, dan blijven zij ook in het BIG-register staan.
Schorsingen en doorhalingen zichtbaar in BIG-register
Sinds 1 juli 2012 kunnen patiënten via de zoekfunctie van het BIG-register direct zien of medische hulpverleners door de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) uit hun beroep zijn gezet. Voorheen konden patiënten dit alleen op
de 'zwarte lijst' met bevoegdheidsbeperkingen zien. Via het BIG-register kunnen patiënten ook gedeeltelijke ontzeggingen en schorsingen zien. Waarschuwingen worden niet openbaar gemaakt.
Ook buitenlandse maatregelen die leiden tot een beperking van de bevoegdheid van zorgverleners zijn sinds 1 juli 2012 zichtbaar in het BIG-register. Het maakt dan niet uit of het om een zorgverlener met een Nederlands of met een buitenlands diploma gaat.
Door tuchtmaatregelen openbaar te maken krijgen patiënten, collega’s en werkgevers beter zicht op foute praktijken in de zorg.
BIG-register en buitenlands diploma
De kwaliteitseisen uit de Wet BIG gelden ook voor medische hulpverleners met een buitenlands diploma.
Afhankelijk van het beroep en het land van herkomst van de zorgverlener kan het diploma direct worden erkend. Dat geldt voor apothekers, artsen, tandartsen, verloskundigen en (algemeen) verpleegkundigen met een diploma uit een van de EU-landen. Soms moet iemand een verklaring van vakbekwaamheid aanvragen.
Meer informatie over buitenlandse diploma’s en BIG-registratie staat op de website van het BIG-register.
Kwaliteitseisen zorginstellingen
Zorginstellingen in de langdurige zorg moeten voldoen aan een aantal eisen. Ze moeten bijvoorbeeld de medezeggenschap voor cliënten regelen, werken met zorgplannen en een klachtenregeling hebben.
Kwaliteitswet zorginstellingen
Alle instellingen die zorg leveren zoals omschreven in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vallen onder de Kwaliteitswet zorginstellingen. Daarbij maakt het niet uit of de zorg wordt verleend binnen of vanuit de instelling. Ook maakt het niet uit of de instelling een toelating heeft op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) of dat het een private instelling is die zorg levert op basis van een persoonsgebonden budget of eigen geld van de cliënten.
Eisen Kwaliteitswet zorginstellingen
Instellingen die onder de Kwaliteitswet zorginstellingen vallen, moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Verantwoorde zorg leveren. Dat wil zeggen: zorg van hoog niveau die tijdig, veilig en effectief is. De zorgstandaarden zijn per zorgsector uitgewerkt in een
Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg.
- Zorgplan bespreken met cliënten.
- Medezeggenschap regelen.
- Beschikken over een klachtenregeling.
- Verantwoording afleggen. Elke zorgaanbieder maakt jaarlijks voor 1 juni een verslag over het kwaliteitsbeleid van het afgelopen jaar. Hierin staat onder meer hoe cliënten bij de zorg zijn betrokken en wat er met klachten is gedaan.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) controleert of nieuwe zorgaanbieders aan deze verplichtingen voldoen.
Registratie zorginstellingen
Privéklinieken en particuliere verpleeg- en verzorgingshuizen moeten zich verplicht registreren in het zorgregister. Overige instellingen kunnen dit vrijwillig doen. Het Zorgregister is een site van het
CIBG, de uitvoeringsorganisatie van de overheid voor zorgsector en burgers. De verplichte registratie ondersteunt het toezicht van de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Registratie bij het CIBG heeft voordelen voor de instellingen. Zo zijn de instellingen beter vindbaar voor (potentiële) cliënten en collega-zorgaanbieders. Dat vergroot bijvoorbeeld de mogelijkheden voor regionale samenwerking.
Onderdeel van de registratie is dat zorginstellingen online een vragenlijst moeten invullen op Zorgregister.nl. De IGZ beoordeelt aan de hand van de vragenlijst of de instelling aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de kwaliteit voldoet. Als het nodig is, gaat de IGZ bij de nieuwe instelling op bezoek.
Programma’s kwaliteit van de zorg
Er lopen op dit moment diverse programma’s die als doel verbetering van de kwaliteit van zorg hebben. Een voorbeeld is In voor zorg. Dit programma stimuleert zorgprofessionals om hun ervaringen en ideeën te delen.
Goed bestuur in de zorg
Voor het leveren van goede zorg is goed bestuur en toezicht in een zorginstelling van groot belang. De instelling heeft de ruimte om eigen beleid te maken voor goed bestuur. De Rijksoverheid zorgt voor de wettelijke kaders voor goed bestuur in de zorg.
Doel van goed bestuur in de zorg
De afgelopen jaren hebben zorgaanbieders meer ruimte gekregen om hun eigen zorgorganisatie in te richten. Het is dan belangrijk dat een aantal zaken binnen de onderneming op orde is zoals aansturing, toezicht en risicomanagement. Goed bestuur moet ervoor zorgen dat:
- zorgaanbieders de wensen van hun cliënten voorop stellen;
- duidelijk is wie voor welk onderdeel in de zorg verantwoordelijk is;
- zorgaanbieders uit de financiële problemen blijven.
Controle op het bestuur in de zorg
De raad voor bestuur legt aan de raad van toezicht verantwoordelijkheid af over het gevoerde beleid. Deze controle op het bestuur is goed voor de kwaliteit en veiligheid van zorg. Daarom moeten zorgaanbieders zorgen voor een raad van toezicht die zich kritisch en onafhankelijk opstelt en ingrijpt als het fout gaat.
Daarnaast let de Inspectie voor de Gezondheidszorg ook op ‘goed bestuur’. Ze doet dit door raden van bestuur en raden van toezicht aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid.
Kwaliteit en veiligheid van zorg
Er ligt een voorstel om de eisen voor goed bestuur en toezicht binnen een zorginstelling aan te scherpen. Dit is het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz). Hierin worden de rechten van cliënten en de bijbehorende verplichtingen voor zorgaanbieders geregeld.
De maatregelen uit de Wcz voor goed bestuur
De Wcz gaat regelen dat:
- de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van zorgaanbieders wettelijk zijn geregeld;
- het bestuur de zorgverlener (professional) altijd kan aanspreken op de kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg. Het bestuur van een ziekenhuis moet bijvoorbeeld contracten opstellen met zijn medisch specialisten. Met die contracten heeft het bestuur een juridisch middel in handen om artsen bij te sturen, bijvoorbeeld bij ongewenst gedrag of onveilige situaties;
- 1 persoon binnen het bestuur aanspreekpunt is voor de kwaliteit en de veiligheid van de zorg;
- het bestuur verplicht is om de raad van toezicht te raadplegen bij een aantal belangrijke beslissingen zoals een fusie. De raad van toezicht heeft dan het recht om deze goed te keuren of af te wijzen;
- het toezichthoudend orgaan onafhankelijk kan opereren, uit tenminste 3 leden bestaat en geschikt is voor zijn taak;
- de Cliëntenraad een sterkere positie krijgt. Cliëntenraden krijgen meer bevoegdheden en een betere financiering. Cliëntenraden krijgen de bevoegdheid om bij wanbeleid een enquêteverzoek in te dienen bij de Ondernemingskamer.
Informatie over de gevolgen van de Wcz voor patiënten of cliënten staat in het dossier Rechten van patiënten en cliënten in de zorg.
Behandeling van wetsvoorstel Wcz uitgesteld
Omdat het kabinet sinds 23 april 2012 demissionair is en het wetsvoorstel op 5 juni 2012 controversieel is verklaard, wordt dit wetsvoorstel in deze kabinetsperiode niet meer behandeld door de Tweede Kamer.
Concurrentie in de zorg
Zorgaanbieders zijn ondernemingen in de zin van de Mededingingswet. en moeten voldoen aan de regels ervan. Zij mogen geen afspraken maken die de concurrentie ten nadele van de patiënt. Ook mogen ze geen misbruik maken van hun machtspositie. Dit geldt onder andere voor:
- huisartsen;
- apothekers;
- ziekenhuizen;
- revalidatiecentra;
- leveranciers van hulpmiddelen;
- groothandelaren in geneesmiddelen;
- zorgverzekeraars.
De Richtsnoeren voor de zorgsector van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) geven informatie over welke samenwerkingsvormen en gedragingen wel en niet zijn toegestaan op basis van de Mededingingswet.
Toezicht op fusies in de zorg
Er ligt een plan om het toezicht op fusies tussen zorginstellingen te verbeteren. Dat betekent dat in de toekomst zorginstellingen waar minstens 50 mensen werken een plan moeten opstellen voor de fusie: de zogenoemde fusie-effectrapportage.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voert voorafgaand aan een fusie een fusietoets uit. De NZa kijkt dan of:
- er een fusie-effectrapportage is opgesteld;
- belanghebbenden inbreng hebben kunnen leveren op de fusieplannen;
- de zorg na de fusie nog steeds bereikbaar is.
Maak jouw eigen website met JouwWeb