Kwaliteitsverbetering 's Heeren loo

Kwaliteit dienstverlening 's Heeren Loo en Kwadrant wordt zichtbaar

In 2009 zijn alle instellingen in de gehandicaptenzorg gestart met de registratie van kwaliteitsgegevens volgens de methode van het Kwaliteitskader GZ (gehandicaptenzorg). Deze registratie maakt deel uit van het zorgbrede programma ‘Zichtbare Zorg’.

Ook 's Heeren Loo en Kwadrant doen mee. Het Kwaliteitskader GZ is landelijk vastgesteld met diverse partijen binnen de gehandicaptenzorg. Het doel is om meer zicht te krijgen op de geboden zorg en ondersteuning aan mensen met een (verstandelijke) beperking.

Waarom een kwaliteitsmeting?

Het kwaliteitsmanagementsysteem HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) vormt de basis voor continue verbetering binnen 's Heeren Loo. Het Kwaliteitskader GZ is op dit moment de thermometer die in de organisatie gestoken wordt om te meten hoe wij scoren op een aantal thema's. Het moet duidelijk maken welke kwaliteit aanbieders binnen de gehandicaptenzorg leveren en wat de onderlinge verschillen zijn.

Dit is belangrijk voor:
* Cliënten, bij het maken van een keuze tussen zorgaanbieders;
* Zorgaanbieders zelf, waaronder 's Heeren Loo, voor interne sturing en verbeteracties;
* Zorgverzekeraars, voor hun zorginkoop;
* De Inspectie voor de Gezondheidszorg, voor het houden van toezicht;
* Het ministerie van VWS, voor het ontwikkelen en evalueren van zijn beleid.

Wat wordt er geregistreerd?

Het gaat in dit traject om twee soorten metingen:

Bij de eerste meting kijken we naar de zorginhoudelijke thema's (aan de hand van de domeinen van prof. Shalock) en randvoorwaarden van de zorg:
- Lichamelijk welbevinden;
- Psychisch welbevinden;
- Interpersoonlijke relaties;
- Belangen (medezeggenschap);
- Zorgafspraken en ondersteuningsplan;
- Cliëntveiligheid;
- Kwaliteit van medewerkers en organisatie;
- Samenhang in zorg en ondersteuning.

Bij de tweede meting gaan we bij cliënten vragen naar hun ervaringen op basis van een vragenlijst/interview.

Hoe wordt er geregistreerd?

Wij starten de komende maanden met de eerste meting. In elke regio is door de regiomanager een coördinator aangesteld. Deze coördineert binnen de regio de werkzaamheden die verricht moeten worden om alle gegevens te verzamelen.


De vragen voor de meting gaan voor een deel over zorginhoudelijke onderwerpen als zeggenschap van de cliënt, omgaan met risicovol gedrag en participatie van de cliënt aan de samenleving. Daarnaast gaat een deel over randvoorwaarden als professionaliteit van medewerkers en samenwerking met anderen. In januari starten de voorbereidingen voor de tweede meting. Bij deze meting gaat het veel meer om het welbevinden en de tevredenheid van cliënten zelf. Zij worden daarom geïnterviewd door een onafhankelijke organisatie.